De man en de vrouw duchten niets meer, hun lichamen hebben zij nedergelegd daar waar zee samensmelt met zon, verankerd voortaan in dat raadselachtige, vormloze en onuitbeeldbare punt van waaruit alles opwelt, stroomt, bloeit en geurt.
Hoe laat is het ? Noen ?
Hun fietsen liggen in het zand, tegen de duinen. Voor de meesters van de overwinning staat zon in 't zenit, ruisen de baren. Een stelletje kluten waadt door een ebgeul. Meeuwen schreeuwen en vliegen in lange rijen af en aan over de glanzende blonde zandbulten ; eventjes wolkt er de geur van verhit hars dwars door de lucht. Aan de kim verschijnt een vissersboot met alle zeilen bij.
Of is 't het schip van de Vliegende Hollander ? Is de maledictie dan werkelijk verbroken, zoals hier en daar al wordt gefluisterd ?
Maar natuurlijk ligt die vervloeking in brokken, is kaputt, kaduuk, knocked-up. Een as is definitief gekanteld. Een oude slang werd verbrijzeld.
Och ridders, span toch uw bogen en schiet uw pijlen !
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire