mardi 10 avril 2007

Plaat 1


zoom op alle platen

Naar een personnage van Dario Fo. Laten we hem de Hansworst noemen, of de Magicien, de Spreekstalmeester, of El Expliquador.

Hij is het die van dit boek, van alle boeken, de taferelen doet ontrollen. Elke afbeelding van hem is stipt onmogelijk, maar uit zijn handen ontstaan de werelden zoals het licht uit het donker stamt. De zon is z'n hoofd en de maan z'n lief.


Of is het een Tao god, een wijze Chinees in westerse kleding gestoken ?

Hij staat op de bühne en presenteert er het hooggeachte publiek zijn stuk. Lijkt iemand die niet snel spuugt op een glaasje wijn, een vrolijkerd, die graag schatert van 't lachen. Z'n stropdas is trouwens bespikkeld met 11 witte stippen, het Nummer van de Nar en het Getal van Tao.

...Het boek gaat onder goede auspiciën open.


Zie hoe de benen van deze chinese clown op twee cetaceeën rusten, een vrouwtjes walvisachtige die haar kerel een standje geeft... Te zamen vormen zij de zuilen van dit boek. Het mannetje, de rechterzuil, is de goede liefde - 't vrouwtje links de zuil der strakheid. Zoals de Yang niet zijn kan zonder de Yin, zo kan de liefde niet zijn zonder striktheid, noch zou striktheid zich zonder een wenk van liefde kunnen handhaven. Aldus vormt er zich tussen hen in ...een middenzuil, die onzichtbaar is, waardoor de hemelse en de aardse invloeden zich optimaal doen gelden.

Dan drijven de wolken door het azuur, vallen de wateren, fluiten de vogeltjes en geuren de bloemen in het door een zomerbui verfriste gras onder de rappe voetstappen van de man en de vrouw die snel door de weide schrijden.

Plaat 2 en 3

Links een reuzekikvors, onder een slechts door een blauwe badmuts bedekte, onbevlekte dame. Als door een magneet aangetrokken zwemt 't beest naar de onbedekte Schoone. Zij, schier achteloos, beroert het water, roept, lokt 't beest - wel doet ze net alsof ze 't monster niet ziet... Blauw is de vrouw !


Waar speelt dit stuk zich af ? Maar van achter Rio tot aan voorbij Tokyo en van onder Soweso tot hoger dan Oslo.
Uit de rechterzijde van de Schone ontluikt een meander, die geen einde kent maar wel een begin en die alleen maar van rechts naar links kan worden geschreven - laten we deze kruizen, die alle de bladzijden van dit boek vullen zullen, de zegels van het Boek der Levenden noemen. De strakheid van Vrouwe stiptheid... onveranderlijk... onwankelbaar... stabiel... baken... haven... athenor... oven... uterus... Mater Deus.

De Matrijs.

Het grote vrije verlangen van de liefde, van de kikvors nu... zijn zucht doorwasemt gans het bassin... door vuur bewogen zwemt-ie haar richting uit... normaal... Mijheer Yang, net als vader Jacob bij Rachel, wil zo graag in de tenten van Mevrouw Yin verwijlen, en ach, de rest komt vanzelf wel in orde, als dàt maar goed is ! De juiste beweging... eeuwige beleving... enige beweging. Dan pas worden de woorden en lachen de leeuwen... springt 't water op tegen de rots... fluit de wind door de woestijn... bloesemt de Tuin... och God ! zoemen de bijtjes... spiegelt maan zich in meer... brult de draak. Dan pas. Niet eerder.

Want één wil altoos en eeuwig twéé zijn... waarom zou anders de aarde om de zon draaien... grondgegeven... zich ernaar akkorderen... en er gelijk de vruchten van plukken.

O ridders ! trek toch uw levende zwaarden !

Plaat 4

De offrande van de vrouw doet de kikvorst versteld staan. Wat ? Hij ?! Object van liefde ? Van onbaatzuchtige, ernstige liefde ? Een mirakel..!
Haar lippen tuiten naar hem, hoe is het mogelijk in hemelsnaam... De kikvorst siddert. Kuis sluit de Schoone haar ogen als het groene gedrocht haar mond nadert. In volle overgave en groots vertrouwen heft zij haar kin naar hem op. Het monster dat geen monster meer wil zijn grijpt de kans van zijn leven aan - via haar ogen valt er voor het eerst een straaltje licht in de kelders van zijn duistere ziel. En zie : hop ! het gedrocht verandert in een prins, de kikvors wordt tot vorst...

Zij heeft hem immers vanaf het begin niet anders als zo gezien !
Duizelingen... vlinders van opwinding wellen bij hem op... een oude huid valt in duigen... onder het ondier, een Sire !

Hij zelf nog het meest perpleks.

O, nieuwe, frisse wind stroomt z'n hart in... nieuwe gestes ontstaan... nieuwe, eerlijke woorden ! Een kracht nog nooit ervaren !

Einde eenzaamheid. Wie ben ik ? Ik is een ander, de enige echte. Verwondering... transformatie... de kikker heeft zich in de goede richting gekatapulteerd. Zeker, de weg is nog lang en onvermijdelijk zullen er valstrikken, hinderlagen en valkuilen opduiken, maar goed begin is half gewin. Ongetwijfeld, het gaat niet vanzelf, zullen bloed, zweet en tranen vloeien... maar nooit meer zal hij zijn metamorfose nog kunnen loochenen.

Och ridders, scherp toch uw lijfen en uw pijlen !

Plaat 5

Voici, de fiere kus in close-up.

Een kus valt uit de lucht, een zoen welt op uit het water. Heel de vrouw, gans haar ademstoot, is voortzetting, gejuich der hemellichamen en aardse afgronden, kroon op de zin van hun zijn. Uit de navel van de vrouw ontspringen de tienduizend wezens die er zijn.
Tao glimlacht achter haar gesloten wimpers en doet zijn werk. Punt, pool van geluk, genot en lusten - onzichtbaar, sprakeloos, vormloos, ruimte- en tijdloos. Het is haar offrande aan dit Stille punt die voor de kikvors alles opnieuw nieuw maakt. Zij ja, zij is het die zich niet van de wijs laat brengen... onwankelbaar... niet gestoord door kinderachtige belemmeringen... noch door zelfhaat. Haar vrijmoedigheid... de kunst daartoe... die hogere kunst verwarmt de zon en verblijdt de maan, voert de glimlach der dolfijnen aan en maakt de kikvors tot vorst.

Een twee drie tienduizend nieuwe dimensies bieden zich de held aan en verwijden tot in het uiterste geheel zijn wezen. De onbevangen zoen brengt hem op zijn plaats van bestemming. De vrouw ? Een universum voorsprong... Voor Dame Yin moet Sir Yang zich buigen, sterven, want is het niet reeds eerder gezegd : indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf, maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort...

Och ridders, verhef toch uw vaandels !

Plaat 6

Vrouwe Eva evenwel, zolang zij niet gezien wordt, voelt zich wanschapen - zij ook immers heeft de zon van Adam nodig om totaal te kunnen zijn.
En kijk hoe vol ootmoed de ex-kikvors z'n ogen toedoet, en alle Tronen, Majesteiten en Heerlijkheden samen met hem - en zie hoe de vrouw tot het laatste moment toe haar blik strak op hem gericht houdt. Test ze hem ? Wild wapperen en klapperen haar lokken in de razende nacht... een as ergens kantelt... zie, een prinses wordt ons geboren - hij heeft haar immers van het begin af aan niet anders als zodanig gezien !
En de prins, hij gordt zijn degen aan zijn dij. O gij held, uw majesteit en uw luister, ja uw luister ! rijd voorspoedig uit en regeer voor de zaak van liefde, uw rechterhand zal u wonderlijk leiden !

Altoos en eeuwig waneer twee zielen elkander vinden jubelen de hemelen en juichen de aardediepten, slingeren de aapjes dubbeldwars dronken door de bomen en hoort men de schreeuw der druiveranken galmen en dreunen over de velden en de heuvelen.

Altijd als Lady Yin en Sir Yang het vuur doen vonken sidderen de sterren, zwalpen de baren, wellen de bronnen. Zingen de zwanen en kirt 't borelinske in de kribbe.

Waar speelt dit stuk zich af ? Maar tot verder dan de hemel en dieper dan de aarde, van achter Acapulco tot voorbij Borneo en van lager dan Losetho tot hoger dan Venlo of Hengelo.

Och ridders, sluit toch uw helmen en hef uw lansen !

Plaat 7

Het heerlijke onvermijdelijke heeft plaats gevonden, de magie, de feeërie kan aanvangen, bijvoorbeeld hier aan de rand van de oude oceaan die wel meer dat appeltje heeft geschild. Met een dolle Bobbie erbij, uitgelaten rent-ie langs de vloedlijn, op de spits van een tsunami snelt-ie voort.
De man en de vrouw duchten niets meer, hun lichamen hebben zij nedergelegd daar waar zee samensmelt met zon, verankerd voortaan in dat raadselachtige, vormloze en onuitbeeldbare punt van waaruit alles opwelt, stroomt, bloeit en geurt.

Hoe laat is het ? Noen ?
Hun fietsen liggen in het zand, tegen de duinen. Voor de meesters van de overwinning staat zon in 't zenit, ruisen de baren. Een stelletje kluten waadt door een ebgeul. Meeuwen schreeuwen en vliegen in lange rijen af en aan over de glanzende blonde zandbulten ; eventjes wolkt er de geur van verhit hars dwars door de lucht. Aan de kim verschijnt een vissersboot met alle zeilen bij.


Of is 't het schip van de Vliegende Hollander ? Is de maledictie dan werkelijk verbroken, zoals hier en daar al wordt gefluisterd ?


Maar natuurlijk ligt die vervloeking in brokken, is kaputt, kaduuk, knocked-up. Een as is definitief gekanteld. Een oude slang werd verbrijzeld.


Och ridders, span toch uw bogen en schiet uw pijlen !

Plaat 8 en 9

Een beer, primordiaal symbool voor de vorst in zijn hoedanigheid van absolute verdediger der heilige doctrine.

Is dit de eerste ochtend van de wereld ?


Gulpen helder water gutsen van boven naar beneden, rotsstenen begroeten dageraad's eerste strelende lichtstralen ; zo men wil kan men het water over de keien horen donderen en de geur opzuigen van sprankelende sparrewouden alom. Is dit de eerste ochtend van de wereld die komt ?Een Adonis verschijnt aan de horizon.

Bij elk zielsverbond schept Adam Eva, daar ligt de kern van de hele zaak. Opgetogen heft-ie z'n duim op, z'n grote verlangen is bewaarheid, ja, de ribbe van zijn ziel en lichaam is tot vlees geworden, voor hèm ! Mirakel...

Zij vervult gans zijn hoop, ja ze is nog onuitsprekelijker dan hij de waanzin had gehad in zijn stoutste verwachtingen te dromen. In goud gehuld baant zij zich een weg, naar hem, met opgeheven hoofd, onbeducht, fier en rank, kroon van stille pracht. Zo wil 't. Zo is het. Zo gaat 't.

De grizzly kijkt goedkeurend toe, het is zijn taak de sapientia integraal te beschermen, want - dat weet hij zeker - wordt dat Principiële punt eenmaal gerespecteerd dan komt de rest vanzelf wel goed, met een beetje geduld. Daar huist juist het geheim van de smid, c'est là le secret de la messe !

Och ridders, geef uw rossen toch de sporen !