mardi 10 avril 2007

Plaat 14 en 15

Zicht op het principiële spel tussen rond en vierkant ; links concreet in vlees en bloed, hier onder abstract-geometrisch.

De cirkel staat aan het begin en behoort 't mannelijke toe ; het vierkant is de uitwas van wat in kiem bij het rond aanwezig was en tot uiting gekomen is, eigen der vrouw. Rond is de goedertierenheid, rechthoekig is de rechtmatigheid : te zamen brengen zij het zijn tot stand en de sterren tot schitteren.

Het vierkant verbeeldt de aarde - het rond de hemel.

Het vierkant is het gelukkige resultaat van rond's kiemen ...tot wasdom gekomen. De gehele schepping hangt aan dit principe vast. Wanneer die twee in het geheim der minne samensmelten, ontspruiten de tienduizend wezens die er zijn, te beginnen met vadertje tijd en moeder ruimte. Het zijn steunt op dit suprème punt : de werelden die er bestaan staan loodrecht op deze meta-kosmische Echt, hecht en wel, onverstoorbaar, altoos en eeuwig.
Spreek de wolken aan en zo zullen zij u antwoorden...

De vrouw links, Ruth ? Esther ? Myriam ? Margaretha, Johanna, Annemiek ? hult zich met transparent zwarte zijde, 'n forse diamant in haar linker oorlelletje. De man blikt ze, zoals 't 'n vorstin betaamt, vorsend aan ; al haar trekken verraden onbeschroomd zelfbewustzijn, weerspiegelen helderheid van gemoed en geest, spreken van weelde en scherpzinnigheid in levende lijve. Haar hals ? Toren uit het huis Israël's, rijst hoog op naar de hemel en verbindt gracieus met de aardediepten.

Hij ? Ziet eruit als een mediterrane uitvreter, lacht al zijn tanden bloot, is doodgelukkig, kan het wonder nog steeds niet helemaal vatten, schuchtere jongen... Zijn ziel en zaligheid hier voor hem ? Mirakel... Ontroerd drukt hij haar tederlijk tegen zich aan...

Och ridders, schal toch uw hoornen en uw trompetten !

Aucun commentaire: