mardi 10 avril 2007

Plaat 4

De offrande van de vrouw doet de kikvorst versteld staan. Wat ? Hij ?! Object van liefde ? Van onbaatzuchtige, ernstige liefde ? Een mirakel..!
Haar lippen tuiten naar hem, hoe is het mogelijk in hemelsnaam... De kikvorst siddert. Kuis sluit de Schoone haar ogen als het groene gedrocht haar mond nadert. In volle overgave en groots vertrouwen heft zij haar kin naar hem op. Het monster dat geen monster meer wil zijn grijpt de kans van zijn leven aan - via haar ogen valt er voor het eerst een straaltje licht in de kelders van zijn duistere ziel. En zie : hop ! het gedrocht verandert in een prins, de kikvors wordt tot vorst...

Zij heeft hem immers vanaf het begin niet anders als zo gezien !
Duizelingen... vlinders van opwinding wellen bij hem op... een oude huid valt in duigen... onder het ondier, een Sire !

Hij zelf nog het meest perpleks.

O, nieuwe, frisse wind stroomt z'n hart in... nieuwe gestes ontstaan... nieuwe, eerlijke woorden ! Een kracht nog nooit ervaren !

Einde eenzaamheid. Wie ben ik ? Ik is een ander, de enige echte. Verwondering... transformatie... de kikker heeft zich in de goede richting gekatapulteerd. Zeker, de weg is nog lang en onvermijdelijk zullen er valstrikken, hinderlagen en valkuilen opduiken, maar goed begin is half gewin. Ongetwijfeld, het gaat niet vanzelf, zullen bloed, zweet en tranen vloeien... maar nooit meer zal hij zijn metamorfose nog kunnen loochenen.

Och ridders, scherp toch uw lijfen en uw pijlen !

Aucun commentaire: