mardi 10 avril 2007

Plaat 24

Universeel motief aan te treffen op tal van zowel antediluviale als postmoderne monumenten, sierraden en bouwwerken. Gedeeld door het oosten, het noorden, het westen en het zuiden.

Sanguine, stuifmeel van Turkse lelie, Oostindische inkt, Pentex, krijt en andere, geheime stoffen.

Al naar gelang het oogpunt dat men kiest wentelen de twee spiralen ofwel naar het centrale punt toe ofwel draaien ervan af -
want alles bestaat twee aan twee, het een tegenover het ander.

Het begin wil graag naar het einde snellen, en het einde wil graag een nieuw begin inluiden ; aan het eind maakt de krullijn een sprongetje - en begint er een nieuwe harmonie !

Met behulp van moeder ruim en vader tijd ontstaat er een edenische wenteltrap. Eén, immer bereid zijn zijn met een ander te delen, wordt twee geeft drie en de tienduizend dingen en wezens die er zijn. Tao glimlacht, glundert en dronken tolt maar door.

Het steuntpunt, de roede, laten wij het het punt van ???? noemen, is één maar kan alles, is onveranderlijk maar vernieuwt alles ; weten van zijn macht is de wortel van onsterfelijkheid ; zijn macht voert hij uit wanneer hij maar wil.

Het danspaar vult de omslag van een boek, een album dat open wil worden geslagen en z'n stralen nog maar amper bedwingen kan.
De plaat is zo goed en kwaad als het gaat een uitbeelding van De Nocturne Aktiviteit, van het werk noodzakelijkerwijze verricht in het nachtelijk duister, laten wij het de numineuse vorming der heerlijke helicoïden noemen, zoiets als een sacrale code, de heilige wenteltrappen die aan ons staketsel zin, zon en adem geven, diep geheim...

Och riddermannen, trommel toch uw gulden vliezen !

Aucun commentaire: