mardi 10 avril 2007

Plaat 38 en 39

Dialoog, opgevangen tussen twee langhalzigen onder een getrilobeerd gewelf - door pen vertaald uit het Girafees.

Hij, sprakeloos :

o laat me nog lang en breed in je armen ronken
je geuren inzuigen, 't satijn drinken van je vaten
me baden in je gloed, wandelen in je spelonken
laat me je kozen, sus ! sus ! je lakens niet verlaten

waarom uit elkaar gaan : zodat ieder zijns weegs gaat zonder delen ?
buiten ons twee om is alles loos, voos en lor ;
laat me je heffingen je dalingen je lieve voetjes strelen
daal daarna wel af en bereid je een cappuccino voor

zon verlaat hij maan, maan laat zij zon in de steek
zou dauw ooit het ochtendgras ontvluchten ?
m'n handen de duizelingen van uw borsten vergeten for heaven's sake
sinds wanneer zouden de bijtjes niet meer voor de bloemetjes zuchten ?

o laat me lillen op 't bonken van uw hart
van uw schouder eten al het zonnige vlees
ben gemaakt om uw welvingen te minnen, voel maar hoe hard
mijn Nijl in U kan overstromen zonder vrees

niets scheidt ons, mijn bloed woelt in uw trede
net zoals gij mijn handen en mijn voeten verhit
uw bergen en uw valleien zijn voor mij gefit
zoals mijn ponjaard past in uw schede !


Zij, woordeloos :

o keer satijn van mijn vlees snel terug m'n flanken verwarmen
sluit me in uw rijen met morgenrood op scheep
zonnen aan de kim schieten los in garben van beate armen
laat de stoppen toch springen, give me more, o crazy babe !


Aquarel, verf, schoensmeer, teken- en Oostindische inkt.

Dolle dialogen houden die dieren !

Aucun commentaire: